Kasteelvrouw

De afgelopen week was ik een kasteelvrouw. Met de aankomst over de ophaalbrug het plein op, stapte ik in de rust en regelmaat van het kasteel waar ik mijn retraite ging houden.

Die overgang was nog niet zomaar gemaakt. Ik was moe van veel en bij aanvang ook wat overweldigd door een grote groep gasten. De gastheer bood me na de rondleiding en uitleg over de regels (de gewone én de corona) koffie aan.

Dat kon nog net- de koffie/thee gelegenheid tussen 10.45 en 11.45 was eigenlijk ten einde- maar de koffiekan was nog niet opgeruimd en ik mocht plaatsnemen in de grote kring buiten op het plein.

Dat- zou later blijken- was veruit de koelste plek om te zijn in deze heetste week ooit. Zwetend van het lopen op statige kasteeltrappen mét bagage (ik neem echt altijd te veel mee) nam ik plaats en knikte en glimlachte zo her en der wat gasten gedag.

Uit de gesprekken die ik opving bleken de meeste mensen trouwe kasteelgangers te zijn. Voor de 20e keer op jaarlijkse retraite bleek geen uitzondering.

Dat ik een vreemde eend in de bijt was, viel gauw genoeg op en dan heeft de gemiddelde mens de neiging zich te gaan ontfermen: van meerdere kanten werd ik vriendelijk bestookt met vragen, ongetwijfeld – naast pure nieuwsgierigheid- bedoeld om me op mijn gemak te stellen en op te nemen in de groep, maar ik voelde alleen maar: Néé ik wil alleen en met mezelf.

Dat laatste bleef niet alle dagen, maar in het begin koos ik veelal de afzondering. Ik wandelde ’s ochtends vroeg in de prachtige omgeving. Ik las een boek onder een boom in de gigantische kasteeltuin of op bed met de ventilator om mijn lichaam gericht. Ik schreef mijmeringen op in mijn schrift.

Het allerlekkerste was het dagelijkse middagdutje ná het warme – met zorg bereidde – overheerlijke 3 gangen middagdiner. Het is goed slapen op een volle maag. Oh ja, en mijn meditatiekussen was ook mee.

Ik sliep ondanks de hitte wel redelijk goed en de afzondering bracht me al snel tot rust. Mijn telefoon nauwelijks aan, alleen een korte check overdag en
‘ s avonds een app moment met dochterlief, die vrolijke foto’s stuude vanaf Vlieland en zichtbaar genoot. Ik heb me over haar geen moment zorgen gemaakt.

Ik had het werkelijk aangenaam met mezelf. Vredig genietend van mijn eigen gezelschap. Dat is een kunst die ik lang niet altijd versta, moet ik eerlijk bekennen.

Ook in het kasteel bleef de hitte steeds meer hangen. En met het verstrijken van de dagen trof ik mezelf vaker aan op het koele plein tussen de hoge muren.
Bijzondere ontmoetingen en persoonlijke gesprekken. Levens zijn gevuld met pijnlijke ervaringen die ons allemaal lessen hebben geleerd.

Onder het eten veranderde ik langzaam van stille getuige in deelnemer en zelfs inbrenger aan het gesprek. Door corona hadden we allemaal een eigen plek aan een relatief kleine tafel. Op de laatste dagen van mijn verblijf was dit een vaste groep.

Bert, de gastheer met een prachtige warme stem, die de maaltijd opende en afsloot met het voorlezen van een inspirerende tekst. Truus, een zeer montere en assertieve dame van 88 jaar, die telkens met humor de luidruchtige, wat zelfingenomen verhalenverteller Jos kleine confronterende prikjes uitdeelde. Dan kon de aandacht weer tijdelijk naar iemand anders verschuiven.

Mysterieuze Els van 74, van wie ik dagenlang de vriendelijkste glimlach ooit kreeg en die zo wisselde tussen dromerig en helder aanwezig. Haar ogen wisselden mee van leeg en eenzaam naar krachtig en olijk. Wat zouden de lessen uit haar leven zijn?

Of ik zo’n trouwe kasteelganger word dat ik op mijn 77e op het plein gretig de nieuwelingen verwelkom durf ik te betwijfelen, maar de kans dat ik terugkeer om uit te rusten, van de natuur te genieten, het fijn met mezelf te hebben én bijzondere mensen te ontmoeten is groot.

Ik voel me opgeladen en heb gister met een heel blij moederhart mijn dochter weer in de armen gesloten. We kunnen er volgens mij weer tegenaan samen.