Je bent zo sterk

In 2010 schreef ik veel online. Dat deed ik op ‘alleen over’, een apart deel van de site ‘ouder alleen’. Mijn teksten van toen heb ik gebundeld en afgelopen week – op de 11e sterfdag van mijn man – las ik mijn teksten terug en viel mij de volgende passage op:

“Ja dát gevoel, van ik doe zooo mijn best, maar het kost zoveel. Als mensen zeggen dat ik zo stoer en sterk ben, voelt het als een miskenning van dat enorme mijn best doen, dag in dag uit. Het heeft ook iets ingewikkelds om dat zo te voelen, want de ander bedoelt het ongetwijfeld als een compliment, maar ik blijf het ervaren als iets wat ik dan van nature in me zou hebben en waar ik verder niet zoveel inspanning voor hoef te verrichten. Ik kan het niet precies onder woorden brengen. Het brengt me terug naar mijn jonge jaren, waarin mijn moeder vaak zei: Jij bent sterk, jij redt het wel…… terwijl ik op dat moment doodongelukkig was’.

Jij bent zo sterk.

Sinds ik in mijn praktijk voor massagetherapie vrouwen begeleid, die ook hun partner zijn verloren komt deze zin steeds weer terug. Het wordt blijkbaar veel gezegd tegen weduwen. En eigenlijk iedereen vindt het lastig of onprettig om dit te horen. Het voelt een beetje als een zin met een addertje onder het gras. Ah, sterk- als tegenhanger van ‘zwak’- dat willen we allemaal wel zijn, toch? Het heeft even iets vleiends, dat de ander je sterk vindt.  En toch voelt het niet als een compliment, integendeel het vergroot de eenzaamheid. Je wordt niet voldoende gezien.

Ik vraag er meestal even over door als een cliënt laat vallen dat mensen haar zo sterk vinden. Wat maakt nou dat het niet fijn is om dit te horen?

‘Het is zo makkelijk gezegd. Niemand ziet me in mijn wanhoop als ik me ‘s avonds eindelijk kan laten gaan in mijn verdriet’

‘Hoezo ik ben sterk, ik móet toch gewoon door, ik heb geen keuze. Het allemaal opgeven is vaak dichtbij, maar hoe kan dat nou?’

‘Als mijn  vriendin zegt dat ik sterk ben, dan is dat wat zij graag wil zien. Als zij mij tot sterk bombardeert, hoeft zij er niks meer mee, dan red ik het zelf’

‘jij bent zo sterk is een aanname, ik mis daarbij dan zo de belangstelling voor hoe het echt met me is’.

Juist omdat het zich niet eenvoudig uit laat leggen, hoe en waarom deze uitspraak kennelijk toch de plank wat mis slaat, sudder ik er al langere tijd op. Her en der in huis liggen briefjes met steekwoorden, uitspraken van cliënten en eigen flarden, te wachten tot ik er een verhaal van schrijf. En dan het liefst in een mooie blog, raak en duidelijk geformuleerd met een goede kop en staart. En het liefst ook zó zorgvuldig dat het iedereen recht doet.

Tot ik dus mijn eigen tekst teruglas en me ineens realiseerde: ik schreef er toen al zoekend over. Ook wat niet zich niet makkelijk in woorden laat vangen verdient een podium.  Ook als het een beetje schuurt is het de moeite waard. Ook als ik er nog niet helemaal uit ben, kan ik een poging wagen.

Ik heb het zelf ook wel eens (en vast meer dan eens) tegen een ander gezegd.  Je bent zo sterk. Ik herinner me lang geleden tegen een vriendin die onder vreselijke omstandigheden alles wat ze tegelijkertijd op haar bord kreeg gewoon droeg. Ze bleef overeind met alle zware ballen in de lucht.  Waarom zei ik het tegen haar? Als ik eerlijk ben omdat ik niet begreep hóe ze het volhield. Ik zou vast al lang ingestort zijn, meende ik te kunnen veronderstellen. Waarom vroeg ik niet: Waar haal jij je kracht vandaan? En zijn er momenten dat je die kracht niet voelt? Kan ik je ergens mee helpen? In een dergelijk gesprek met echte interesse in wat de ander beleeft en beweegt, kan de opmerking ‘ik vind jou zo sterk’ (ook al weer anders dan ‘je bent zo sterk’), best een plek hebben.

Ik denk dat we allemaal wel eens de fantasie binnen laten sluipen, hoe het zou zijn als een geliefde sterft. Ik deed dat toen mijn man nog leefde in elk geval wel. Dan kon ik grote angst en paniek voelen. Bijna alsof het al waar was. En dan wist ik één ding zeker. Ik zou dat niet aankunnen, dan kunnen ze me opvegen, mogelijk wil ik dan zelf ook wel dood. Maar zo ging het niet. Vraag me niet hoe, maar ik kón het aan, ook al moest ik mezelf steeds weer opvegen. Ik wilde nooit dood, maar wel dat het stopte. Zou de opmerking  ‘je bent zo sterk’ misschien ook gestoeld zijn op het ongeloof dat we in staat zijn door te leven als het ons zou overkomen? Weduwen onderling hoor ik het niet tegen elkaar zeggen.

En er speelt misschien nog wel iets anders mee. Om het vol te houden, kun je niet de hele dag voelen hoeveel verdriet je hebt, hoe groot het missen is en hoe radeloos je eigenlijk bent. Je moet overleven. Er zijn kinderen of andere verantwoordelijkheden. Je systeem kan de pijn van de rauwe waarheid niet 24/7 aan. Rouw komt en gaat in golven. En is er ineens zo’n enorme golf die je overspoelt, dan is uitreiken naar een ander vaak niet meer mogelijk. Het komt niet in je op. Dus ga je in je eentje kopje onder en ben je blij dat je weer boven komt en kan ademhalen. Dat is een zwart – kolkend – wanhopig deel dat de ander niet te zien krijgt. Draag je daarmee zelf ook bij aan het ‘sterke beeld’, door wat je wel en niet aan de ander toont?

Je bent zo sterk: er valt vast nog veel meer over te schrijven. Bijvoorbeeld over hoe veerkracht voor mij een veel fijner woord is dan sterk. Of over hoe onze hechtingsstijl meespeelt in hoe we verlies dragen. Nu ik mezelf toestemming heb gegeven dat deze blog geen kop en staart hoeft te hebben en misschien wel meer vragen dan antwoorden mag bevatten, wil ik afsluiten met een oproep.

Wil je me laten weten wat je van deze blog vindt?  Willen de mensen die te horen kregen dat ze zo sterk zijn, me laten weten hoe ze dat ervaren hebben?  Zijn er ook mensen die zich er wel door gezien voelen?  En willen de mensen die het tegen een ander zeiden ook wat laten horen over de beweegredenen voor deze uitspraak. Wat zie je bij de ander, dat je dit zegt? Herken je iets in wat ik schrijf? Je kunt op deze blog reageren, maar natuurlijk ook persoonlijk contact met me opnemen. Het lijkt me fijn om wat van je te horen en er op basis van reacties  een vervolg aan te geven.